Drop: Leveren, Weglaten, Overhandigen, Storten, Plaatsen, Zetten, Verzendt, Brengen, Overbrengen, laat, Laat Vallen, Laten Gaan, Lagere, Dumpen, ontslaan, Brand, Het Verlenen Van Kwijting, Loslaten, Ontslaan, Release, Kassa, Zak, Kan, Stuiteren, globule, Druppel, Druppelen, Dribbelen, Trickle, Blob,...